Blog 9 - Europa roadtrip - Kroatië: ter berg, ter zee en in de wolken

Waar we Slovenië met spierpijn in de mondhoeken en benen verlieten, ontving Kroatië ons met een nog grotere verscheidenheid aan natuurschoon. Van de beroemde Plitvice meren en uitgestrekte weides tot aan haar felblauwe zeeën en pure wildernissen. Maar ook met haar Romeinse triomfen en nauwe steegjes in eeuwenoude steden; kortom heel veel meer hoogtepunten. Oftewel, heel veel meer spierpijn… Heerlijk!

Zo’n 23 favorieten sterretjes stonden er in Google Maps over Kroatië verspreid, klaar om afgevinkt te worden. Het eerste sterretje waar wij stopten was het pittoreske Groznjan, een leuk dorpje dat we als tip van Tobias’ vader kregen. We ontmoetten kort een Nederlander op het lokale rommelmarktje. Hij was jaren geleden naar Kroatië verhuisd en stond nu in dorpjes de zelfgemaakte postkaarten van zijn vrouw te verkopen. Enthousiaste kerel, die duidelijk leefde met het motto ‘Geld maakt niet gelukkig’. In Groznjan werden onze ogen vervolgens alle kanten ‘opgetrokken’. Van schattige, karakteristieke huisjes met kleurrijke deuren naar gigantische vergezichten met zeeën van lavendel.

Na Groznjan en zijn typisch Toscaanse omgeving, toerden we door naar het schiereiland Poreč. En daar begon het meteen goed: De parkeerautomaat gaf geen wisselgeld terug, net nu wij met groot hadden betaald. Ondanks dat wij ons voor minuten even keihard genaaid voelden, werd het na één telefoontje allemaal zeer netjes opgelost. We verkenden vervolgens de oude kern, verdwaalden even in de schattige straatjes en scoorden nog even een vanille puddingbroodje (dat eigenlijk geen puddingbroodje genoemd mocht worden, met dat zielige puntje vanille erin). 

We vervolgden onze weg en eindigden de dag bij Camping Pilodor in Funtana. Bij aankomst moesten we toch even dubbelchecken of we echt wel bij het juiste adres stonden. Want ‘holy shit, wat was dit groot!’ Een reusachtig park strekte zich voor ons uit, met daarin alles wat je ‘kampeerhartje’ begeert. Of je nu van klein of groot, luxe of basic houdt; hier had je het. Omdat we nog in het voorseizoen zaten, vielen de prijzen erg mee. Later in Kroatië stonden we op nog meer van zulke campingparken, iets typisch Kroatië blijkt. 

Vergrote pupillen en open monden

Niet ver onder Poreč ligt Rovinj. Hoewel Kroatië ontelbaar veel karakteristieke steden kent, is Rovinj gerust één van de meest fotogenieke plekken. Het wordt ook niet voor niets de parel van de Adriatische Kust genoemd. Hoewel we het fantastisch vonden om hier rond te dwalen (door alle smalle straatjes, langs alle ateliers, voorbij de gekleurde kozijnen en onder de druivenplant pergola’s), was het hoogtepunt toch wel de kerktoren van de Sint-Eufemiakerk. Voor 20 kuna (omgerekend ongeveer 2,50 euro) per persoon kun je deze beklimmen. Na honderden houten treden hadden we hét beste uitzicht over de complete stad. Wow! 

Terug in de tijd: Pula

Wie denkt aan Kroatië zal misschien niet zo snel aan het Romeinse Rijk denken. Toch is de stad Pula een stukje erfenis uit de Romeinse tijd. Zo leek het weer even of we in Rome waren toen we bij het Romeinse amfitheater naar binnen gluurden. Door de rest van het stadscentrum staan nog verschillende Romeinse overblijfselen, die allemaal natuurlijk even op de foto moesten. 

Ter zee en diep in de modder

Het meest zuidelijke puntje van Istrië is Kamenjak; letterlijk dé plek waar we het idee hadden dat we van de wereld af liepen. Een plek met gestrekte vlaktes, wilde koeien, blauwe baaien, rieten paadjes, vergezichten over zee en grappige strandtentjes. We kregen de tip om op zoek te gaan naar de Safari Beachbar. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn: een beachbar vinden in een uitgestrekte omgeving? Nou, de Safari Beachbar ligt goed verstopt onder een rieten bladerdak. Gemaakt van bomen en planten, is het een creatief, Afrikaans en tropisch tentje waar wij een Sangria bestelden. En die ging er best wel goed in! 

Ons volgende ‘hoogtepuntje’ waar we uiteindelijk nog lang op terugkeken was het eiland Krk. Via een gigantische brug reden we het eiland op, waarna we op zoek gingen naar enkele modderbaden. Jawel, je leest het goed: Tobias en Sven gaan voor een ‘gezond’ modderbad. Handen vol modder gooiden we tegen onze lijven, niets lieten we wit. En toen we volledig ingesmeerd waren, was het wachten tot alles droog en ingetrokken was. Een half uur later zaten we als ‘vijf jaar jonger’ in de auto (not). Alles afgespoeld, geen modder meer te bekennen. Alleen nog maar die vreselijke lucht… maar ach, die zal wel wegtrekken toch?

De volgende dag bezochten we het dorpje Krk, een echt piratendorpje. Zeer toeristisch, maar daarom zeker niet minder leuk. Bij een kraampje kochten we een kersenlikeur voor ons favoriete dessert Tiramisu. Hét toetje waar je even helemaal van in de wolken kunt raken.. Het was alleen die verschrikkelijke modderlucht die ons steeds weer ‘naar beneden trok’. Shit zeg.. 

Ter berg en best wel 'in de wolken'

Als we het over ‘ter berg’ en ‘in de wolken’ hebben, gaat het over het Velebit National Park; het gebied waar de woorden ‘ongerept’ en ‘wild’ nog echt zijn. Het is één van de laatste echte wildernissen van Europa, waar alles behalve de mens het voor het zeggen heeft. Je kunt er uren tot dagen dwalen zonder maar een teken van menselijk leven te zien, dát terwijl je wel kans hebt om ander leven te spotten. Beren en wolven bijvoorbeeld. We startten onze ontdekkingsreis in dit park met een flinke wandeling, waar we beloond werden met veel verschillende natuur. Een prachtige ‘reis’ waarin we onze ogen uitkeken, waarin onze vingers de mooiste plekken probeerden aan te wijzen (maar er was steeds weer iets mooier), waarin we het zweet van onze voorhoofden veegden en waarin we verstijfd stil stonden bij geritsel in het struikgewas. Het Velebit is een walhalla… potverdorrie zeg! 

En dan aan het einde van de dag weer die hamvraag: ‘Waar gaan we slapen?’ In onze speurtocht naar een geschikte plek stuitten we op twee fietsers; de één Oekraïner (wonend in Monte Carlo) op weg naar zijn thuisland Oekraïne, de ander Duitser op weg naar India. Laatstgenoemde herkende ons. “Heb ik jullie niet gezien op de brug bij Krk?” Ja, daar waren we inderdaad. En van het één kwam het ander: we stopten bij een herbergje, aten samen en besloten om de volgende morgen samen op berenjacht te gaan. Leuk! 

Om 04:30 uur stonden we buiten de auto. Gapend en knipperend met onze ogen, maar hell yeah.. op naar die berenvallei! Een parkwachter had ons op het hart gedrukt écht op tijd te gaan om kans te maken op het zien van beren. Echter duurde het dik een uur voordat ook de fietsers klaar waren en was het dus stevige pas naar de vallei, die ruim twee uur verderop was. Om een lang verhaal kort te maken: niets meer dan berenpoep en –sporen gezien. Onze bioloog was het liefst de bossen verder in gerend, maar besefte ook wel dat het wild allang weg was… Dikke vette helaas. Met een stevige handdruk hebben we vervolgens afscheid genomen van de fietsers. Kleine kans dat we ze nog een keer zien in dit gigantische land, maar je weet maar nooit…  “Sasha en Till, misschien tot over een week?!” grapten we daarom, maar al meteen de volgende dag ‘reden’ we de mannen weer tegen het lijf. Spreekwoordelijk dan hè. 

Paradijs vol camera's

Van het Velebit National Park gingen we haaks naar rechts naar de wereldbekende Plitvice Meren. Deze meren hebben ondertussen geen uitleg meer nodig. Het is een waanzinnig paradijs om jezelf daarin te wanen. Een paradijs, dat menig bezoeker door de camera van zijn telefoon of fototoestel aanschouwt. Rijen Chinezen, Amerikanen, Engelsen en Duitsers; het was soms schuifelen naar de volgende waterval. Gelukkig was er zoveel te zien dat we soms niet eens in de gaten hadden dat we nog steeds op dezelfde plek stonden. Toch is het bij de Plitvice Meren enorm snel gegaan met het toerisme; het is lang geen rustig en onbekend paradijs meer, zoals onze ouders het park herinneren. Binnen het park had je drie verschillende routes. Wij deden de route per voet en boot, een mogelijkheid die bij het entreeticket zat inbegrepen. Geniet even van deze foto’s, want als je hier nog niet bent geweest is dit een ‘must’ voor op je bucketlist, hoe toeristisch het tegenwoordig ook is. Doen!

Op de vlucht in de 'dead valley'

De volgende bestemming was Split en dat was vanaf de Plitvice Meren nog een flinke kilometer-knaller door het binnenland van Kroatië. Tot onze verbazing een grauwe tocht door een armoedig, kapotgeschoten en daardoor leeggelopen gebied. Op een enkele, verdwaalde oude man na waren de dorpjes die we passeerden leeg. Doorzeefde huizen die ooit een ‘thuis’ waren, wildernissen die ooit akkers waren en skeletten die ooit grazende dieren voorstelden… Voor ons was het gebied tussen Plitvice en Split, ondanks dat het er ook mooi was, een zogenaamde ‘dead valley’. 

We eindigden de dag op een prachtig onderhouden weilandje, waarlangs een riviertje stroomden. De perfecte plek om ons ook meteen even te wassen. Hoewel deze plek misschien wel een beetje te perfect leek, hoopten we vandaag gewoon even mazzel te hebben met dit mooie plekje. Helaas kwam er al snel een auto. De eigenaar vertelde ons dat het weiland niet van hem was, maar dat het geen enkel probleem was als we hier bleven. Gelukkig. Toch verscheen er vrij direct daarna een tweede man (waarna de andere man meteen vertrok), die schijnbaar wel de eigenaar was van het weiland. En vanaf dat moment werd het allemaal een beetje vervelend, of zoals we steeds tegen elkaar zeiden ‘oh f#ck, dit is awkward’. “This is my holy ground. This is good ground. I love God, I love men. Sit please.” Hij nam plaats op onze stoelen, dwong ons ook te zitten en met hem eten en sigaretten te nuttigen. Deze man was totaal de weg kwijt. Dat werd wel duidelijk toen hij nogmaals over de oorlog begon. Voorzichtig pakten we ons kampementje weer in, proberend hem duidelijk te maken dat wij hier niet bleven en dat we dankbaar waren dat we even op zijn ‘holy ground’ mochten zijn. Toen hij handtastelijk werd, veranderde de ‘dit is awkward’ in een ‘f#ck, even gang maken. We gaan hier snel weg’. En zo deden we dat, opnieuw opzoek naar een slaapplaats. Ditmaal in het pikken donker. 

Mooier en nog lekkerder

Split stond in het teken van ‘op adem komen’. De afgelopen weken waren best slopend en vele nachten waren kort geweest. In Split kozen we dan ook voor een camping, waar we alles weer konden (af)wassen en opladen. Aan het eind van de dag doken we met de fietsen Split in. Een enorm leuke stad, met ontzettend veel afhaaltentjes en gezellige cafés. “Het ziet er overal mooi uit, maar het ruikt nog lekkerder,” concludeerde Tobias. Wonder boven wonder hadden de afhaaltentjes ook vegetarische snacks, dat terwijl geen één supermarkt bekend was met vega. Precies deze dag was het overigens ook World Music Day, wat betekende dat er op elke hoek een bandje stond. En met die continue muzikale gezelligheid duurde het niet lang voordat ook bij ons de voetjes van de vloer kwamen..

Eén van de mooiste wildkampeerplekken

Het einde van onze reis door Kroatië naderde en daarom doken we nóg één keer de bergen in. Op Dangerousroads.com vonden we een bergpas door het Biokovo Nature Park, die zich naar de Sveti Jure kronkelt; een berg die met z’n 1762m hoogte de op twee na hoogste bergtop in Kroatië is. Omdat het alweer einde dag was, stelden we ons als doel een overnachting in het park. Maar… voor het park bleek entree gevraagd te worden en wij hadden een paadje gevonden die niet via de officiële weg het park in ging. Om een lang verhaal kort te maken: in low-gear reden we slippend naar boven. Zelfs voor onze Rafiki was dit een heftige strijd en moest hij het bekopen met enkele zwarte aanloopstrepen op de banden. Het uitzicht was er vervolgens eentje voor in de (foto)boeken (zie de foto’s). Een plek, waar werkelijk waar niemand zou kunnen komen met een normale auto. Tot nu toe staat deze plek in de top 5 van mooiste wildkampeerplekken en tevens mooiste zonsondergangen. 

De volgende dag vervolgden we onze weg naar boven, gewoon weer op het asfalt. De bergweg was inderdaad erg mooi en smal, maar naar ons idee niet erg gevaarlijk. Het bracht ons door ruwe, rotsachtige en groene omgevingen; plekken waar wij onszelf even heel klein voelden. Bovenop de Sveti Jure konden we Bosnië in de verte al zien liggen. We konden nog net niet een plekje uitzoeken om die avond te gaan slapen. Op naar die grens dan maar om die plekjes eens van dichterbij te bekijken! 

De volgende keer: Rafiki on Tour in Bosnië

Geschreven door: Sven van Raaij

Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Fauve (dinsdag, 19 september 2017 08:14)

    Ik ben ook benieuwd naar Bosnië. En naar de tips voor het plannen van mijn volgende vakantie als jullie thuis komen want jullie zijn straks twee reisgidsen zoveel hebben jullie gezien haha!! Heel gaaf hoor. Geniet ervan.